Een uitzonderlijk gebouw, onderzoekscentrum én landmark
De Ecotron
Aan de rand van het Nationaal Park, aan de toegangspoort Connecterra op de Terhills-site, staat een bijzonder bouwwerk van meer dan 100 meter lang met 14 koepels. De Ecotron is een hoogtechnologisch onderzoekscentrum waarin wetenschappers onderzoek doen naar de invloed van klimaatveranderingen op de biodiversiteit. De Ecotron, onderdeel van het Field Research Centre van de UHasselt, is een prestigieuze realisatie die onderzoekers van over de hele wereld aantrekt.
Als projectmanager voor het Field Research Centre, volgt Natalie Beenaerts het wetenschappelijke luik van de Ecotron op. “Bij het Centrum voor Milieukunde (CMK) van de UHasselt, zijn we al langer bezig met onderzoek naar de invloed van klimaatveranderingen op de biodiversiteit,” legt ze uit. “Zo kwamen we op het idee van de Ecotron. De directeur van het CMK en de rector en de beheerder van de UHasselt waren meteen voor het idee gewonnen. Onder hun impuls zochten we naar een manier om het project internationale uitstraling te geven en buitenlandse onderzoekers aan te trekken.”
“Dit is geen gebouw, maar een wetenschappelijk instrument”
De inhoud telt
“Het lijkt misschien niet zo, maar het gebouw op zich was bijkomstig. Voor ons, wetenschappers, is dat gewoon de doos rond onze installatie,” aldus Natalie. “De Ecotron bestaat uit twaalf kamers of eenheden, elk voorzien van een koepel. In iedere kamer staat een grote, gesofisticeerde plantenpot (lysimeter), waarin we telkens heel voorzichtig een stuk natuur, dus de bodem en de vegetatie, uit het Nationaal Park hebben geplaatst en waarin allerlei metingen plaatsvinden. We zorgden ervoor dat de inhoud van de lysimeters zoveel mogelijk overeen komt. Deze potten rusten op een platform met telkens drie weegschalen, die het gewicht tot op 100 gram nauwkeurig meten. Dit maakt het mogelijk om de vochtuitwisseling tussen de vegetatie en de bodem te meten. Als wetenschapper beogen we in de twaalf kamers een zo nauwkeurig mogelijke nabootsing van zowel de huidige weersomstandigheden als toekomstige scenario’s te kunnen toepassen. Dat maakt dat we de variabelen continue moeten meten, controleren en aanpassen.”
Om accurate metingen te kunnen uitvoeren, moet er rekening worden gehouden met allerlei technische zaken. Natalie: “De koepels zijn gemaakt van ETFE, een materiaal dat een zeer breed lichtspectrum doorlaat. Dat is heel belangrijk om de fotosynthese bij planten correct te kunnen bestuderen. De kamers zijn bovendien volledig gasdicht. Er worden ook waterstalen genomen. Om dat water correct te analyseren, moet het allemaal onder dezelfde omstandigheden bewaard worden. Daarom plaatsten we alle meetapparatuur in een soort klimabox, een volledig geïsoleerde ruimte waarin de temperatuur altijd dezelfde blijft, ongeacht de buitentemperatuur. Men had er echter geen rekening mee gehouden dat deze toestellen ook warmte afgeven, waardoor de ruimte alsmaar warmer wordt. Dit is nu opgelost door een extra koelinstallatie te plaatsen.”
Geen spiegelpaleis
“Het opvolgen van de bouw van de Ecotron verschilde enorm van de gebruikelijke bouwprojecten waar ik aan meewerk,” herinnert Dany zich. “Dit is geen gebouw, maar een wetenschappelijk instrument. Het concept van een Ecotron is op zich niet uniek in de wereld, maar de manier waarop wij het bouwden en aanpakken, is dat wel. Het was dan ook even zoeken naar de nodige leveranciers. Een plaatselijk bedrijf ging de uitdaging aan om voor de juiste combinatie van expertise te zorgen. Voor een deel van de zeer specifieke onderzoeksapparatuur vonden we een gespecialiseerde firma in Duitsland. Er zijn slechts twee bedrijven in de hele wereld die dit soort meetinstrumenten maken.”
Zo’n uniek bouwwerk op een bijzondere locatie, dat brengt specifieke uitdagingen met zich mee. “Toen we pas van start gingen, was er een probleem met de fundering. Het is uiteindelijk een voormalige mijnsite,” herinnert Dany zich. “Een andere uitdaging waren de spiegelende inox-panelen aan de buitenkant van het gebouw. Deze zorgen ervoor dat het bouwwerk op een mooie manier in het landschap opgaat. Maar het was uiteraard niet de bedoeling dat ze een spiegelpaleis-effect zouden veroorzaken. Uit de eerste proeven bleek dat het net wel op een spiegelpaleis leek. Het was een zeer grote uitdaging om de panelen vlak te krijgen. We losten dit op met bijkomende ondersteuningen en subframes. En dat voor tientallen panelen, over een lengte van honderd meter!”
Veel belangstelling
Dany Polus is projectleider bouw en renovatie van de Universiteit Hasselt. Hij werd dan ook al snel betrokken bij het Ecotron-verhaal. “We schreven een wedstrijd uit voor het ontwerp,” aldus Dany. “Een soort omgekeerde kelder was voldoende geweest, een heel eenvoudig ontwerp dat er enkel op gericht was om de wetenschappelijke infrastructuur te dragen. We hebben echter vanaf het begin van de wedstrijd gezegd dat het een toeristische trekpleister moest worden. Door de ligging aan het Nationaal Park, en dankzij de steun van LSM, de provincie en het Regionaal Landschap, werd het al snel een breed gedragen project, dat mooi past binnen de visie van de herinrichting van de voormalige mijnsite Terhills.”
“De ecotron is een echte landmark geworden, waar iedereen achterstaat, ook al is het een gebouw van honderd meter lang,” weet Natalie. “We merken ook bij de rondleidingen die we organiseren, dat iedereen wil weten wat er gaande is in de Ecotron, wat er onderzocht wordt. We zijn nu bezig met educatieve pakketten voor scholen. Er staat een tijdelijke stelling van waaruit mensen een blik in de Ecotron kunnen werpen. Het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) gaat een vaste toren plaatsen waar bezoekers meer inzicht krijgen in wat er binnen gebeurt, met beelden van de camera’s die in de onderzoekskamers hangen, een weergave van de metingen en de mogelijkheid tot begeleide wandelingen met rangers.”
1,3 miljoen gegevens per dag
Op de resultaten van het onderzoek is het nog even wachten. “We zijn nog maar pas aan het meten,” aldus Natalie. “We zijn nu aan het onderzoeken hoe homogeen de genomen natuurstalen zijn. We zoeken bijvoorbeeld naar eventuele verschillen in de waterhuishouding. Dat blijkt heel goed mee te vallen. Het is uiteraard de bedoeling dat we voor elke kamer vanuit dezelfde beginsituatie vertrekken. Binnenkort gaan we op elke kamer andere weersomstandigheden toepassen, die we gradueel steeds extremer maken. Vervolgens kunnen we onderzoeken hoe de bodem en de organismen reageren. We meten elke minuut op 1.500 punten. Dat levert 1,3 miljoen gegevens per dag op, die worden verzameld in een database. Er werken al drie doctoraatsstudenten op het onderzoek en het is uiteraard de bedoeling om ook de masterstudenten volop te betrekken. Wanneer je aan de Ecotron gaat kijken, lijkt het misschien alsof er niet veel gebeurt, maar er vinden de hele dag door metingen plaats. Doordat we werken met toegang vanop afstand, is het echter niet nodig voor een wetenschapper om ter plaatse te zijn om mee te doen aan het onderzoek.”